Dirk van Miert
1) Sinds de baanbrekende lezing van C.P. Snow over de kloof tussen ‘de twee culturen’ (1959) is de geschiedenis van de relatie tussen natuurwetenschappen en humaniora onderdeel geworden van de brede wetenschapsgeschiedenis. Er zijn intensieve debatten gaande of er in de 17e eeuw daadwerkelijk een ‘wetenschappelijke revolutie’ heeft plaatsgevonden waarin de natuurwetenschappen zich hebben geëmancipeerd uit de filosofie, en dus uit het domein van de humaniora. Toch is er consensus over een these:
2) Tegen het einde van de 17e eeuw is er sprake van twee domeinen, die ook in sociaal opzicht van elkaar te scheiden zijn: de natuurwetenschappers en de historico-filologen. Is het mogelijk om voor deze these een kwantitatief bewijs te leveren?
3) Deze these zal getest worden door het in kaart brengen van een term die over het algemeen geassocieerd wordt met de natuurwetenschappen: observatie, en van een term die over het algemeen gerelateerd wordt met de humaniora: ‘geschiedenis’. Het ePistolarium stelt ons in staat om (1) de connotaties van de term, (2) de chronologische frequentie, (3) de netwerken van de gebruikers en (4) de co-citatienetwerken van de term in kaart te brengen.
4) Uitvoering:
Zoektermen: observat* obseruat*
A. connotaties van deze term: dant dantur dari datis datur obseruation observation observatione observationem posita positam positi posito prae prius saltem semper.
vrij vertaald: à ‘gegeven(s)’, ‘data’, ‘stelling’, ‘poneren’
B. aantal hits: 1010
Chronologische spreiding:
De term ‘observatie’ valt vooral in de periode 1660-1675, maar is ook in andere tijden altijd in gebruik.
C. Netwerkanalyse: er zijn twee, geheel los van elkaar staande netwerken te onderscheiden: een groot netwerk waarvan Christiaan Huygens het centrum vormt, en een veel kleiner netwerk rond Hugo de Groot:
Netwerk 1:
Netwerk 2:
D. Co-citatie analyse:
Nogmaals, maar dit maat met een drempel: de 21 meest genoemde namen:
5) Resultaten
Het woord ‘observatie’ wordt door het ePistolarium geassocieerd met termen als ‘gegeven(s)’, ‘data’, ‘stelling’, ‘poneren’. Het woord komt vooral voor in de periode 1660-1675. Het woord komt het meeste voor in de correspondenties van Christiaan Huygens en, in mindere mate, bij Hugo de Groot. De namen die in deze correspondenties het meest frequent genoemd worden in verband met de term ‘observatie’ zijn Descartes en Johnanes Hevelius, vervolgens Robert Hooke, Robert Boyle en Christiaan Huygens, en verder mensen als Gassendi, Galileo, Cassini, Wren, Roberval en Riccioli.
Er is één uitligger, en dat is de Bernard, hertog van Sachsen-Weimar. Nadere bestudering wijst uit dat dit te maken heeft met het feit dat deze adellijke mecenas vaak ‘achtenswaardig’ wordt genoemd.
6) Conclusies en aanbeveling: Het ePistolarium bevestigt in grote lijnen de consensus in de traditionele historiografie: in semantisch en sociaal opzicht is de term ‘observatie’ veel meer te associëren met de natuurwetenschappen dan met historico-filologie.
Dit gaat in tegen de opvattingen van Van Miert 2013,[1] waarin juist betoogd wordt dat de term ‘observatie’ in vroegmoderne correspondenties evenzeer te vinden is antropologische, historische, filologische en epigrafische brieven als in medische, botanische, astronomische en geografische correspondenties. Het probleem met Van Mierts selectie is dat die niet kwantitatieve representatief is, maar op basis van kwalitatieve criteria tot stand is gekomen.
[1] Dirk van Miert, ed., Communicating Observations in Early Modern Letters (1500-1675). Epistolography and Epistemology in the Age of the Scientific Revolution, Londen, 2013.
Aanbeveling: doe de test met een term die traditioneel geassocieerd wordt met de humaniora.
Voorgestelde term: geschiedenis.
4) Uitvoering:
Casus 2:
Zoektermen: historia* histoir* geschiedenis
A. connotaties van deze term: evincit iulianum lib liberum librae libram librarum libras libri libris libro librorum libros librum lutheri sacrificare
Het woord ‘geschiedenis’ wordt door het ePistolarium geassocieerd met boeken, met weegschalen of gewichten, en met Luther en opoffering.
B. aantal hits: 799
Chronologische spreiding:
C. Netwerkanalyse: er zijn wederom twee, geheel los van elkaar staande netwerken te onderscheiden, en wederom met Christiaan Huygens en Hugo de Groot als centrale figuren. De grootte van de netwerken is ditmaal precies omgekeerd:
Netwerk 1:
Netwerk 2:
D. Co-citatie analyse:
5) Resultaten
Het woord ‘geschiedenis’ wordt door het ePistolarium geassocieerd met termen als boek, maar ook wel met religieuze zaken. Het woord komt vooral voor in de eerste helft van de zeventiende eeuw in de correspondenties van Hugo de Groot en, in mindere mate, bij Christiaan Huygens. De namen die in deze correspondenties het meest frequent genoemd worden in verband met de term ‘observatie’ zijn Claude Saumaise, en de hertog Bernard van Sachsen-Weimar, voorts zijn het Gerard Vossius, Daniel Heinisus en Johannes Uytenbogaert.
6) Conclusies: Het ePistolarium bevestigt in grote lijnen de consensus in de traditionele historiografie: in semantisch en sociaal opzicht is de term ‘geschiedenis’ veel meer te associëren met de humanisten en filologen dan met natuurwetenschappers.
Dit gaat wederom in tegen de opvattingen van Van Miert 2013, waarin juist betoogd wordt dat de term historia in vroegmoderne correspondenties evenzeer te vinden is antropologische, historische, filologische en epigrafische brieven als in medische, botanische, astronomische en geografische correspondenties, omdat de Griekse betekenis van historia een ‘onderzoeksverslag’ is en omdat het woord dikwijls verband houdt met ekphrasis of beschrijving.
Aanbeveling: Het feit dat de term ‘observatie’ eveneens met regelmaat gebruikt wordt in de correspondentie van Hugo de Groot, nodigt uit tot een nadere bestudering van het semantische veld van kernbegrippen en de veranderingen van accenten daarin door de eeuwen heen. Het ePistolarium is bij uitstek geschikt om een dergelijke Begriffsgeschichte op snelle en eenvoudige wijze uit te voeren. Te denken valt aan termen als ‘experimentum’, ‘Respublica Litteraria’, ‘theoria’, ‘thesis’, ‘forma’, ‘solutio’, ‘questio’, etc.